22 maart 2022

Door: Ted van der Meer

Even terug naar vorige week maandag. De coronacrisis leek voorbij. Los van de oorlog in het oosten, die zwaar op ons drukt, was de wereld in ons land betrekkelijk normaal. De scholen in onze buurt zorgden, als altijd, voor een vrolijke drukte. Op straat zag je nauwelijks nog mondkapjes. De winkels in het mooie, oude Amersfoortse centrum waren uitnodigend. Een lekker zonnetje na de koude ochtend completeerde het voorjaarsplaatje. Alles oké dus. Dinsdag deden we onze plicht: stemmen voor de lokale verkiezingen. Onze week zag veelbelovend uit.

Hoe anders was de woensdag. Wij ontwaakten beiden met een zwaar hoofd. Verkoudheid? Griepje? Of zijn we eindelijk achterhaald door het covid-19-virus, corona dus? De zelftesten bevestigden dat laatste. Mijn vrouw en ik waren ‘positief’. We konden enkele uren later terecht op de testlocatie van de GGD, om zekerheid te verkrijgen. Binnen 48 uur zouden we de uitslag krijgen. Maar ons maakten ze niks wijs: wij waren ongetwijfeld alle twee de pineut.

De volgende morgen kwamen de berichten binnen: mijn vrouw was inderdaad positief getest, maar ik bleek de dans ontsprongen te zijn. Een dubbel gevoel. We hadden beiden dezelfde verschijnselen, zoals lichte hoofdpijn, vermoeidheid en dergelijke, maar desondanks was de uitkomst verschillend. We hadden de dag ervoor voor de zekerheid al de familie en vrienden laten weten dat alle afspraken even ‘on hold’ werden gezet. Gek gevoel, om in quarantaine te zijn, als je dat in de jaren ervoor niet één keer had meegemaakt.

Ik knapte eerder op dan mijn vrouw. Er waren dus inderdaad verschillen, zoals smaak en reuk. Op zaterdag voelde ik me goed genoeg om weer naar buiten te gaan. Meerdere winkels bezocht met mondkapje op. Die ‘uitjes’ vielen niet mee. Enkele keren voelde ik me, zonder duidelijke aanleiding, doodmoe. Dat duurde gelukkig nooit lang. Maar toen wist ik weer: laten we dat verrekte virus niet behandelen alsof het definitief aan het verdwijnen is. Het is er nog steeds en het gaat misschien nooit helemaal weg. En door mijn hoofd schoot: wat wordt dat ná de zomer? Krijgen we die ellende dan opnieuw?

Het is nu maandag. Ik ben er nog niet helemaal, maar ik voel me wel weer een stuk beter en kan m’n werkzaamheden weer oppakken. Mijn vrouw knapt ook op, maar musiceren – ze maakt deel uit van een professioneel orkest – is deze week niet verantwoord. Een week geleden dacht ik helemaal niet meer na over covid. Net als waarschijnlijk 90 procent van onze landgenoten ging ik ervan uit dat deze gezondheidscrisis voorbij is. Maar als je zelf in zo’n situatie terecht komt – en voldoende tijd hebt om te piekeren – ga je eens heen en weer bellen en appen en wat blijkt? Er zijn nog altijd heel veel positieve gevallen. Het blijft dus opletten, mensen!

Wil je meer lezen?

Bekijk deze publicaties