Door: Ted van der Meer
Kees Jansma, journalist en oud-hoofdredacteur van NOS Studio Sport, sprak in 2016 deze legendarische woorden uit, die tot op de dag van vandaag rondzingen: “Voetbal is de belangrijkste bijzaak in het leven!”
Overdreven? Ja en nee.
JA. Miljoenen mensen houden zich met voetbal bezig. Ze beoefenen vaak de sport zelf en als ze ouder worden nemen hun kinderen meestal het stokje over. Voetbal is een bindmiddel en dus een belangrijk onderdeel van het leven. De media voeden het onderwerp via dagelijkse informatie. En ook in de koffiehoek gaat het op maandagochtend vooral over het afgelopen voetbalweekend.
NEE. Je hebt evenveel of misschien wel meer mensen die weinig met voetbal ophebben. Zij vinden dat er te veel aandacht voor is. Daar kan ik me wel in vinden, maar het is nu eenmaal een feit dat voetbal in Nederland veruit de belangrijkste sport is. En derhalve ook topic nummer één in de sportjournalistiek. Het valt in ons land nog best mee. Tenminste, als je het vergelijkt met Engeland, Italië en Spanje. “En je hoeft niet te kijken”, is een tegenwerping die wel hout snijdt.
Hoe je er ook tegenaan kijkt, een feit is dat voetbalbond KNVB – met meer dan een miljoen leden – een belangrijke rol vervult in ons land. Elke gemeente heeft tenminste één club. Tv-shows als Veronica Inside, Studio Voetbal en ESPN hebben veel aanhangers. Honderdduizenden hangen aan de lippen van onder anderen Fresia Cousiño Arias, Johan Derksen, Tom Egbers, Wilfred Genee, Dione de Graaff, René van der Gijp, Hélène Hendriks, Suse van Kleef en Rivkah op het Veld.
(Terzijde. Eindelijk hebben de vrouwen ook een stevige positie gekregen in het aloude mannenbastion. De populairste presentatoren onder jongeren zijn Hélène Hendriks en Fresia Cousiño Arias met respectievelijk 90.000 en 50.000 volgers op Instagram.)
Vrijwel dagelijks zijn de media-vakmensen bezig met aankondigen, becommentariëren, interviewen en analyseren. Het grote voetbalpubliek kan er maar niet genoeg van krijgen. Elk weekend zijn er duels in de hoogste divisies en door de week is er vaak drie dagen lang Europees voetbal te zien.
Het kan niet op. Voor velen is het eten en drinken. Maar er is helaas ook een schaduwzijde. Daarvoor zijn de hooligans verantwoordelijk. In cijfers uitgedrukt is het een kleine groep. Maar die categorie verziekt het wel voor de gewone fans. Daardoor krijgt het voetbal een slecht imago. Wat mij betreft: vooral onterecht.
De positieve kant. Miljoenen mensen vermaken zich dankzij het voetbal. Voor de gezondheid is regelmatig sporten onontbeerlijk, dus laten we dat koesteren. En los van dit alles: de voetbalsector vertegenwoordigt een economische waarde van meer dan twee miljard euro. Duizenden mensen leven ervan. Behalve de topclubs en de profvoetballers hebben we het dan over coaches, trainers, fysiotherapeuten, masseurs, techneuten en dergelijke.
En wat vaak vergeten wordt: veel (top)clubs hebben opleidingsinstituten opgericht die uiterst belangrijk zijn voor een gezonde sector. Het ‘oer-instituut’ is de Johan Cruyff Foundation, een stichting die in 1997 door de naamgever werd opgericht. Deze Foundation biedt de mogelijkheid om alle kinderen te laten sporten, ook kinderen met een beperking.
En nogal wat oud-spelers hebben individuele voetbaltrajecten opgezet. Onlangs werd bekend dat de voormalige professional Morten Thorsby van Sportclub Heerenveen zich heeft ontwikkeld tot ‘klimaatambassadeur’. Zijn partner is niemand minder dan oud-international Siem de Jong. Een van hun projecten is het verduurzamen van voetbalclubs.
Zo blijken die bijzaken vooral hoofdzaken te zijn!
JA. Miljoenen mensen houden zich met voetbal bezig. Ze beoefenen vaak de sport zelf en als ze ouder worden nemen hun kinderen meestal het stokje over. Voetbal is een bindmiddel en dus een belangrijk onderdeel van het leven. De media voeden het onderwerp via dagelijkse informatie. En ook in de koffiehoek gaat het op maandagochtend vooral over het afgelopen voetbalweekend.
NEE. Je hebt evenveel of misschien wel meer mensen die weinig met voetbal ophebben. Zij vinden dat er te veel aandacht voor is. Daar kan ik me wel in vinden, maar het is nu eenmaal een feit dat voetbal in Nederland veruit de belangrijkste sport is. En derhalve ook topic nummer één in de sportjournalistiek. Het valt in ons land nog best mee. Tenminste, als je het vergelijkt met Engeland, Italië en Spanje. “En je hoeft niet te kijken”, is een tegenwerping die wel hout snijdt.
Hoe je er ook tegenaan kijkt, een feit is dat voetbalbond KNVB – met meer dan een miljoen leden – een belangrijke rol vervult in ons land. Elke gemeente heeft tenminste één club. Tv-shows als Veronica Inside, Studio Voetbal en ESPN hebben veel aanhangers. Honderdduizenden hangen aan de lippen van onder anderen Fresia Cousiño Arias, Johan Derksen, Tom Egbers, Wilfred Genee, Dione de Graaff, René van der Gijp, Hélène Hendriks, Suse van Kleef en Rivkah op het Veld.
(Terzijde. Eindelijk hebben de vrouwen ook een stevige positie gekregen in het aloude mannenbastion. De populairste presentatoren onder jongeren zijn Hélène Hendriks en Fresia Cousiño Arias met respectievelijk 90.000 en 50.000 volgers op Instagram.)
Vrijwel dagelijks zijn de media-vakmensen bezig met aankondigen, becommentariëren, interviewen en analyseren. Het grote voetbalpubliek kan er maar niet genoeg van krijgen. Elk weekend zijn er duels in de hoogste divisies en door de week is er vaak drie dagen lang Europees voetbal te zien.
Het kan niet op. Voor velen is het eten en drinken. Maar er is helaas ook een schaduwzijde. Daarvoor zijn de hooligans verantwoordelijk. In cijfers uitgedrukt is het een kleine groep. Maar die categorie verziekt het wel voor de gewone fans. Daardoor krijgt het voetbal een slecht imago. Wat mij betreft: vooral onterecht.
De positieve kant. Miljoenen mensen vermaken zich dankzij het voetbal. Voor de gezondheid is regelmatig sporten onontbeerlijk, dus laten we dat koesteren. En los van dit alles: de voetbalsector vertegenwoordigt een economische waarde van meer dan twee miljard euro. Duizenden mensen leven ervan. Behalve de topclubs en de profvoetballers hebben we het dan over coaches, trainers, fysiotherapeuten, masseurs, techneuten en dergelijke.
En wat vaak vergeten wordt: veel (top)clubs hebben opleidingsinstituten opgericht die uiterst belangrijk zijn voor een gezonde sector. Het ‘oer-instituut’ is de Johan Cruyff Foundation, een stichting die in 1997 door de naamgever werd opgericht. Deze Foundation biedt de mogelijkheid om alle kinderen te laten sporten, ook kinderen met een beperking.
En nogal wat oud-spelers hebben individuele voetbaltrajecten opgezet. Onlangs werd bekend dat de voormalige professional Morten Thorsby van Sportclub Heerenveen zich heeft ontwikkeld tot ‘klimaatambassadeur’. Zijn partner is niemand minder dan oud-international Siem de Jong. Een van hun projecten is het verduurzamen van voetbalclubs.
Zo blijken die bijzaken vooral hoofdzaken te zijn!
* Deze column werd gepubliceerd op 10-11-2021. Hij kwam tot stand dankzij de steun van Accon avm, een van de grootste acccountantsbedrijven van Nederland. De schrijver is in zijn TED Talk’s geheel onafhankelijk.
Alle columns zijn op meerdere platforms te lezen, o.a. op de website van Accon avm – dat ruim 7.500 vaste volgers heeft -, Facebook, Twitter, Instagram en tedvandermeer.nl.
Reageren: ted@epte.nl
