Artikel voor het magazine KEI IN SPORT (Amersfoort)

Bij GOVERT is elke radioklus in goede handen

Door: Ted van der Meer

Het zal je toch maar overkomen. De finish tijdens de Elfstedentocht zit erop. De winnaar is bekend. Je krijgt de kans om de koningin een opmerking te ontlokken over ons grootste sportfeest. En wat gebeurt er? Ze zegt niks maar haar actie is veelzeggend. Ze slaat op de microfoon van radioverslaggever Govert van Brakel. En daarmee is het interview dat geen interview werd ook meteen voorbij.

Het ‘slachtoffer’ is dit curieuze incident altijd bijgebleven. Journalist Van Brakel: “Het gebeurde in 1985. Het was het eerste van twee opeenvolgende Elfstedentochten. De NOS zat er bovenop, met radio en televisie. Online bestond nog niet. Evert ten Napel (tv) en ik deden de interviews op het ijs. Evert was slim. Hij had schaatsen ondergebonden en daarom was hij er eerder bij winnaar Evert van Benthem dan ik. Ik was wat later en kreeg wat gestamelde antwoorden van Van Benthem, maar daarnaast sprak ik ook met politici als Hans Wiegel en premier Ruud Lubbers. En plotseling stond ik oog in oog met koningin Beatrix. Ik zag mijn kans schoon en wilde van haar weten wat ze van dit prachtfeest vond. Maar in plaats van antwoord te geven sloeg Hare Majesteit – duidelijk hoorbaar op de radio – op de plofkap. Ze zei niets en draaide zich om. Ik had het koninklijk protocol geschonden. Je kunt zomaar niet de koningin aanspreken. Maar ze had natuurlijk best één zinnetje kunnen uitspreken, dan was ik allang blij geweest. Bijvoorbeeld: ‘ik heb genoten van dit festijn, meneer Van Brakel’. Meer was niet nodig geweest. En dat ‘meneer Van Brakel’ is natuurlijk een grapje mijnerzijds.”

Van Den Haag naar Hoogland

Govert van Brakel is al jarenlang inwoner van de stad Amersfoort. Maar in zijn hart is hij nog steeds een Scheveninger. Daar werd hij in 1949 geboren. De familie verhuisde later naar Den Haag. Toen Govert in 1979 in dienst trad van de NCRV verhuisde hij naar Hoogland. En jaren later – nadat de zonen Vincent en Benjamin het huiselijk nest hadden verlaten – naar het centrum van de stad. Maar de heimwee sluimert nog in zijn zinnen als Scheveningen ter sprake komt. “Die plek is me altijd dierbaar gebleven. En Den Haag ook. Ik was een grote fan van Holland Sport, de trots van Scheveningen. Een club die heen en weer wieberde tussen de ere- en de eerste divisie. De doelpuntenmachine Sjaak Roggeveen heb ik nog volledig op mijn netvlies staan. Hij maakte wel zo’n dertig goals per jaar.”

“En wat denk je van ADO? Geweldige voetballers als Aad Mansveld, helaas vroeg overleden, Dick Advocaat, Tscheu La Ling en Lex Schoenmaker… Man, wat een klasse! Ja, dat was een prachttijd. Ik denk er nog met enige heimwee aan terug, kom er nog steeds graag.”

En is het dan wennen, Hoogland en Amersfoort? “Ik heb heerlijk met vrouw en kinderen gewoond in Hoogland. Maar nadat we naar het centrum verhuisden – bijna tegenover het Eemplein – ben ik de stad steeds meer gaan waarderen. Amersfoort is heel erg mooi, sfeervol ook.”

Overstap naar de NCRV

Dat Govert, de zoon van een politieman, de journalistiek in zou gaan was al vroeg duidelijk. Hij begon bij de Haagse ziekenomroep. Daarna trad hij als redacteur in dienst van de Gemeenschappelijke Pers Dienst, een organisatie die artikelen aanleverde voor tientallen kranten in het land. Toen de 30 begon te naderen en Govert wel eens wat klusjes had gedaan voor de omroep kwam hij in beeld bij de NCRV. Hij werd aangenomen als eindredacteur/verslaggever. In eerste instantie voor het sportprogramma op de zaterdagmiddag, met vooral veel wedstrijden uit het amateurvoetbal. Vanaf dat moment verliep zijn omroepcarrière op rolletjes: de actualiteitenrubriek Hier en Nu kwam erbij, een jaartje politiek verslaggever in Den Haag, vijf jaar lang hoofd van de afdeling Gevarieerd en cultuur. De reeks geeft aan hoe ‘breed’ Van Brakel is.

En aangezien er vraag was naar bekwame presentatoren en verslaggevers kwam Govert behalve bij de NCRV ook in beeld bij de NOS. In die tijd had de radiotak van de NOS nog nauwelijks een eigen redactie. Er werd volop gebruikt gemaakt van de verslaggevers bij de verschillende omroepen, zoals TROS, AVRO, NCRV en KRO. Van Brakel werd naast zijn werk bij de NCRV ook ingezet bij Langs de lijn, Radio Tour de France en grote evenementen zoals de Elfstedentocht.

Mooiste momenten

Als je Govert vraagt naar zijn hoogtepunten in de sport, blijkt dat niet te gaan over WK-finales en gouden medailles op de Olympische Spelen. Natuurlijk genoot hij daar wel van, maar het zijn toch vooral persoonlijke gebeurtenissen waar hij aan hecht. “De eerste keer dat ik live op de radio was, zal me altijd bijblijven. Ik moest op 24 april 1976, ik weet het nog als de dag van gisteren, als invalcommentator naar een topduel in de eerste klasse zaterdagvoetbal: Huizen thuis tegen IJsselmeervogels. Ik meen dat de Vogels met 2-0 wonnen. Het was hartstikke spannend voor me, omdat ik nog niet iedereen goed kende. En af en toe moest ik gokken. Gelukkig zaten er een paar aardige kerels in de buurt die me uit de brand hielpen. Ik geloof niet dat de luisteraars iets hebben meegekregen van mogelijke foutjes. Mijn regisseur was in ieder geval tevreden met mijn debuut!”

In 1980 mocht hij naar de Olympische Winterspelen in het Amerikaanse Lake Placid om het ijshockey te doen. Oranje had zich – mede dankzij enkele Nederlands-Canadese internationals – verrassend geplaatst. “Van ijshockey wist ik aanvankelijk niks”, geeft Govert grif toe. “Ik kreeg alle steun van bondsbestuurders, coaches en spelers. En ik mocht de twee weken vóór de Spelen meereizen met de ploeg. Dat hielp ook enorm.” Het werd trouwens geen succes voor de ijshockeyers, maar “ze waren er wel mooi bij”.

WK voetbal in Spanje

Twee jaar later behoorde Van Brakel tot de équipe verslaggevers voor het WK voetbal. Voor het oefenduel tegen Griekenland in het PSV-stadion werd Govert gekoppeld aan ’s lands beroemdste verslaggever, Theo Koomen. Dat was een warm bad, vertelt Govert. “We waren beiden afwisselend zo’n vijf minuten aan het commentaar geven. En hoewel ik een nieuweling was in dit circuit kreeg ik alle ruimte van Koomen. Als er in ‘mijn tijd’ een doelpunt viel, dan liet hij mij gewoon mijn gang gaan. Hij nam het commentaar niet uit handen. Dat was later op het WK en bij andere voetbalwedstrijden wel anders. Jack van Gelder had de gewoonte om bij elke goal zijn stem te laten horen. Dat vond ik wel eens jammer, maar verder was de samenwerking prima hoor.”

Sportclub Amersfoort

De laatste anekdote heeft te maken met Sportclub Amersfoort. De laatste profclub in onze stad was een kort leven beschoren. Opgericht in 1973 als voortzetting van de eerstedivisieclub HVC had SC Amersfoort grote toekomstplannen. Maar het werd geen succes. Er waren te weinig fans maar wel enkele geldschieters. Maar toen de hoofdsponsor in 1982 afhaakte en er geen opvolger kwam, was het snel gebeurd. Middenin de competitie, in december, ging de club failliet en werd SC Amersfoort uit de competitie gehaald.

Van Brakel: “Ik kreeg de opdracht van Hilversum om commentaar te gaan geven bij waarschijnlijk de allerlaatste thuiswedstrijd. Ik woonde toen al in Hoogland, dus Birkhoven was zo ongeveer om de hoek. Ik had toevallig van de omroep een Nagra in huis – een professionele bandrecorder waarmee ik live commentaar kon geven – en ik heb daar verslag gedaan. Ik weet niet meer wie de tegenstander was, ik ken ook de uitslag niet, maar ik vind het nog steeds wel opmerkelijk dat ik als betrekkelijk nieuwe inwoner van de gemeente Amersfoort een van de mensen was die de ‘begrafenis’ van de club meemaakte.”

Perstribune bij Omroep MAX

Govert van Brakel presenteerde van 1991-2009 op de zondagmiddag Langs de lijn, het vlaggenschip van de publieke radio. Na zijn pensionering bleef hij gewoon aan het werk. Hij viel hier en daar nog wel eens in en hij was jarenlang de vaste en bij een groot publiek geliefde presentator van De Perstribune, elke zondag op NPO Radio 1 te beluisteren van 12-14 uur. Het tweede uur ging altijd over de sport.

De baas van Omroep MAX, Jan Slagter, was een grote fan van Van Brakel. Hij wilde Govert graag behouden. Maar dat lukte Slagter niet. De presentator deed in september 2018 de deur van de studio figuurlijk dicht. “Het was mooi geweest.”
En toen was daar ineens die dikke pil, 440 pagina’s, onder de titel ‘Moet je horen…’; verhalen en anekdotes uit 100 jaar radio. Govert was enkele weken groot nieuws. Journalisten kwamen bij hem op bezoek. Hij vertelde zijn verhaal in radio- en tv-studio’s. Alles om het boek te promoten. De bescheiden Van Brakel verzucht: “Ja, dat was wel even wennen. Ik ben gewend om vragen te stellen, niet om antwoorden te geven. Maar het was leuk hoor. En een mooie promotie voor het boek.”

“Zelf sporten? Nou nee”

Tenslotte nog een bijzonder aspect dat alles weer een beetje op zijn kop zet. Was (en is) hij een enthousiaste sporter? “Helemaal niet”, klinkt het gedecideerd. Alleen in mijn jeugd heb ik een paar jaar op voetbal gezeten. Daarna heb ik nooit meer gesport bij een vereniging. Maar we fietsen en wandelen wel veel hoor.” Dat is hem aan te zien. Govert is een lange, slanke man met een sportief uiterlijk. Zo kan het dus ook.

Van Brakel, die vanwege de populariteit van de sport, journalistiek gezien veel met betaald voetbal te maken had, heeft zich daar nadrukkelijk van afgekeerd: “Ik kan bijna niet meer kijken naar betaald voetbal. Die onsportiviteit… De maffiose praktijken… Dat is toch niet normaal! En hoofdverantwoordelijk daarvoor is wereldbond FIFA.” En dan sluit hij af met een opmerkelijk historisch feitje over diezelfde FIFA: “De organisatie is in Den Haag opgericht door een bestuurder van de vooroorlogse Nederlandsche Voetbal Bond, de latere KNVB. Het bureau betrof niet meer dan een kamer in de Residentie…”

What do you want to do ?

New mailBij GOVERT VAN BRAKEL is elke radioklus in goede handen

 

Door: Ted van der Meer

Het zal je toch maar overkomen. De finish tijdens de Elfstedentocht zit erop. De winnaar is bekend. Je krijgt de kans om de koningin een opmerking te ontlokken over ons grootste sportfeest. En wat gebeurt er? Ze zegt niks maar haar actie is veelzeggend. Ze slaat op de microfoon van radioverslaggever Govert van Brakel. En daarmee is het interview dat geen interview werd ook meteen voorbij.

Het ‘slachtoffer’ is dit curieuze incident altijd bijgebleven. Journalist Van Brakel: “Het gebeurde in 1985. Het was het eerste van twee opeenvolgende Elfstedentochten. De NOS zat er bovenop, met radio en televisie. Online bestond nog niet. Evert ten Napel (tv) en ik deden de interviews op het ijs. Evert was slim. Hij had schaatsen ondergebonden en daarom was hij er eerder bij winnaar Evert van Benthem dan ik. Ik was wat later en kreeg wat gestamelde antwoorden van Van Benthem, maar daarnaast sprak ik ook met politici als Hans Wiegel en premier Ruud Lubbers. En plotseling stond ik oog in oog met koningin Beatrix. Ik zag mijn kans schoon en wilde van haar weten wat ze van dit prachtfeest vond. Maar in plaats van antwoord te geven sloeg Hare Majesteit – duidelijk hoorbaar op de radio – op de plofkap. Ze zei niets en draaide zich om. Ik had het koninklijk protocol geschonden. Je kunt zomaar niet de koningin aanspreken. Maar ze had natuurlijk best één zinnetje kunnen uitspreken, dan was ik allang blij geweest. Bijvoorbeeld: ‘ik heb genoten van dit festijn, meneer Van Brakel’. Meer was niet nodig geweest. En dat ‘meneer Van Brakel’ is natuurlijk een grapje mijnerzijds.”

Van Den Haag naar Hoogland

Govert van Brakel is al jarenlang inwoner van de stad Amersfoort. Maar in zijn hart is hij nog steeds een Scheveninger. Daar werd hij in 1949 geboren. De familie verhuisde later naar Den Haag. Toen Govert in 1979 in dienst trad van de NCRV verhuisde hij naar Hoogland. En jaren later – nadat de zonen Vincent en Benjamin het huiselijk nest hadden verlaten – naar het centrum van de stad. Maar de heimwee sluimert nog in zijn zinnen als Scheveningen ter sprake komt. “Die plek is me altijd dierbaar gebleven. En Den Haag ook. Ik was een grote fan van Holland Sport, de trots van Scheveningen. Een club die heen en weer wieberde tussen de ere- en de eerste divisie. De doelpuntenmachine Sjaak Roggeveen heb ik nog volledig op mijn netvlies staan. Hij maakte wel zo’n dertig goals per jaar.”

“En wat denk je van ADO? Geweldige voetballers als Aad Mansveld, helaas vroeg overleden, Dick Advocaat, Tscheu La Ling en Lex Schoenmaker… Man, wat een klasse! Ja, dat was een prachttijd. Ik denk er nog met enige heimwee aan terug, kom er nog steeds graag.”

En is het dan wennen, Hoogland en Amersfoort? “Ik heb heerlijk met vrouw en kinderen gewoond in Hoogland. Maar nadat we naar het centrum verhuisden – bijna tegenover het Eemplein – ben ik de stad steeds meer gaan waarderen. Amersfoort is heel erg mooi, sfeervol ook.”

Overstap naar de NCRV

Dat Govert, de zoon van een politieman, de journalistiek in zou gaan was al vroeg duidelijk. Hij begon bij de Haagse ziekenomroep. Daarna trad hij als redacteur in dienst van de Gemeenschappelijke Pers Dienst, een organisatie die artikelen aanleverde voor tientallen kranten in het land. Toen de 30 begon te naderen en Govert wel eens wat klusjes had gedaan voor de omroep kwam hij in beeld bij de NCRV. Hij werd aangenomen als eindredacteur/verslaggever. In eerste instantie voor het sportprogramma op de zaterdagmiddag, met vooral veel wedstrijden uit het amateurvoetbal. Vanaf dat moment verliep zijn omroepcarrière op rolletjes: de actualiteitenrubriek Hier en Nu kwam erbij, een jaartje politiek verslaggever in Den Haag, vijf jaar lang hoofd van de afdeling Gevarieerd en cultuur. De reeks geeft aan hoe ‘breed’ Van Brakel is.

En aangezien er vraag was naar bekwame presentatoren en verslaggevers kwam Govert behalve bij de NCRV ook in beeld bij de NOS. In die tijd had de radiotak van de NOS nog nauwelijks een eigen redactie. Er werd volop gebruikt gemaakt van de verslaggevers bij de verschillende omroepen, zoals TROS, AVRO, NCRV en KRO. Van Brakel werd naast zijn werk bij de NCRV ook ingezet bij Langs de lijn, Radio Tour de France en grote evenementen zoals de Elfstedentocht.

 

Mooiste momenten

 

Als je Govert vraagt naar zijn hoogtepunten in de sport, blijkt dat niet te gaan over WK-finales en gouden medailles op de Olympische Spelen. Natuurlijk genoot hij daar wel van, maar het zijn toch vooral persoonlijke gebeurtenissen waar hij aan hecht. “De eerste keer dat ik live op de radio was, zal me altijd bijblijven. Ik moest op 24 april 1976, ik weet het nog als de dag van gisteren, als invalcommentator naar een topduel in de eerste klasse zaterdagvoetbal: Huizen thuis tegen IJsselmeervogels. Ik meen dat de Vogels met 2-0 wonnen. Het was hartstikke spannend voor me, omdat ik nog niet iedereen goed kende. En af en toe moest ik gokken. Gelukkig zaten er een paar aardige kerels in de buurt die me uit de brand hielpen. Ik geloof niet dat de luisteraars iets hebben meegekregen van mogelijke foutjes. Mijn regisseur was in ieder geval tevreden met mijn debuut!”

In 1980 mocht hij naar de Olympische Winterspelen in het Amerikaanse Lake Placid om het ijshockey te doen. Oranje had zich – mede dankzij enkele Nederlands-Canadese internationals – verrassend geplaatst. “Van ijshockey wist ik aanvankelijk niks”, geeft Govert grif toe. “Ik kreeg alle steun van bondsbestuurders, coaches en spelers. En ik mocht de twee weken vóór de Spelen meereizen met de ploeg. Dat hielp ook enorm.” Het werd trouwens geen succes voor de ijshockeyers, maar “ze waren er wel mooi bij”.

 

WK voetbal in Spanje

 

Twee jaar later behoorde Van Brakel tot de équipe verslaggevers voor het WK voetbal. Voor het oefenduel tegen Griekenland in het PSV-stadion werd Govert gekoppeld aan ’s lands beroemdste verslaggever, Theo Koomen. Dat was een warm bad, vertelt Govert. “We waren beiden afwisselend zo’n vijf minuten aan het commentaar geven. En hoewel ik een nieuweling was in dit circuit kreeg ik alle ruimte van Koomen. Als er in ‘mijn tijd’ een doelpunt viel, dan liet hij mij gewoon mijn gang gaan. Hij nam het commentaar niet uit handen. Dat was later op het WK en bij andere voetbalwedstrijden wel anders. Jack van Gelder had de gewoonte om bij elke goal zijn stem te laten horen. Dat vond ik wel eens jammer, maar verder was de samenwerking prima hoor.”

 

Sportclub Amersfoort

 

De laatste anekdote heeft te maken met Sportclub Amersfoort. De laatste profclub in onze stad was een kort leven beschoren. Opgericht in 1973 als voortzetting van de eerstedivisieclub HVC had SC Amersfoort grote toekomstplannen. Maar het werd geen succes. Er waren te weinig fans maar wel enkele geldschieters. Maar toen de hoofdsponsor in 1982 afhaakte en er geen opvolger kwam, was het snel gebeurd. Middenin de competitie, in december, ging de club failliet en werd SC Amersfoort uit de competitie gehaald.

Van Brakel: “Ik kreeg de opdracht van Hilversum om commentaar te gaan geven bij waarschijnlijk de allerlaatste thuiswedstrijd. Ik woonde toen al in Hoogland, dus Birkhoven was zo ongeveer om de hoek. Ik had toevallig van de omroep een Nagra in huis – een professionele bandrecorder waarmee ik live commentaar kon geven – en ik heb daar verslag gedaan. Ik weet niet meer wie de tegenstander was, ik ken ook de uitslag niet, maar ik vind het nog steeds wel opmerkelijk dat ik als betrekkelijk nieuwe inwoner van de gemeente Amersfoort een van de mensen was die de ‘begrafenis’ van de club meemaakte.”

 

Perstribune bij Omroep MAX

 

Govert van Brakel presenteerde van 1991-2009 op de zondagmiddag Langs de lijn, het vlaggenschip van de publieke radio. Na zijn pensionering bleef hij gewoon aan het werk. Hij viel hier en daar nog wel eens in en hij was jarenlang de vaste en bij een groot publiek geliefde presentator van De Perstribune, elke zondag op NPO Radio 1 te beluisteren van 12-14 uur. Het tweede uur ging altijd over de sport.

De baas van Omroep MAX, Jan Slagter, was een grote fan van Van Brakel. Hij wilde Govert graag behouden. Maar dat lukte Slagter niet. De presentator deed in september 2018 de deur van de studio figuurlijk dicht. “Het was mooi geweest.”
En toen was daar ineens die dikke pil, 440 pagina’s, onder de titel ‘Moet je horen…’; verhalen en anekdotes uit 100 jaar radio. Govert was enkele weken groot nieuws. Journalisten kwamen bij hem op bezoek. Hij vertelde zijn verhaal in radio- en tv-studio’s. Alles om het boek te promoten. De bescheiden Van Brakel verzucht: “Ja, dat was wel even wennen. Ik ben gewend om vragen te stellen, niet om antwoorden te geven. Maar het was leuk hoor. En een mooie promotie voor het boek.”

 

“Zelf sporten? Nou nee”

 

Tenslotte nog een bijzonder aspect dat alles weer een beetje op zijn kop zet. Was (en is) hij een enthousiaste sporter? “Helemaal niet”, klinkt het gedecideerd. Alleen in mijn jeugd heb ik een paar jaar op voetbal gezeten. Daarna heb ik nooit meer gesport bij een vereniging. Maar we fietsen en wandelen wel veel hoor.” Dat is hem aan te zien. Govert is een lange, slanke man met een sportief uiterlijk. Zo kan het dus ook.

Van Brakel, die vanwege de populariteit van de sport, journalistiek gezien veel met betaald voetbal te maken had, heeft zich daar nadrukkelijk van afgekeerd: “Ik kan bijna niet meer kijken naar betaald voetbal. Die onsportiviteit… De maffiose praktijken… Dat is toch niet normaal! En hoofdverantwoordelijk daarvoor is wereldbond FIFA.” En dan sluit hij af met een opmerkelijk historisch feitje over diezelfde FIFA: “De organisatie is in Den Haag opgericht door een bestuurder van de vooroorlogse Nederlandsche Voetbal Bond, de latere KNVB. Het bureau betrof niet meer dan een kamer in de Residentie…”

Wil je meer lezen?

Bekijk deze publicaties